HP/De Tijd: ‘Een kunstwerk van mensen die seks met elkaar hebben gehad’

“Je vindt me wel leuk.
Je vindt me wel leuk!
Je vindt me WEL LEUK!”

De laatste keer schreeuwde ze het.
Binnen was het feest. Buiten, op dit rokersbalkon, was het geen feest maar ruzie. Een jonge, knap uitziende man leunde tegen de reling en keek een beetje angstig naar de jonge, knap uitziende vrouw die tegen hem schreeuwde dat hij haar leuk vond. Hij moest haar wel leuk vinden, toch?

Ik bekeek ze.
Dat merkten ze niet.
De vrouw was leuk, ze had gelijk. Ik had haar binnen al gezien. Ze viel op.
‘Je hebt me toch niet voor niets steeds opgebeld?!’ riep ze. ‘Je hebt me toch niet voor niets voor dit feest uitgenodigd?!’ En ze riep nog iets over de dates die ze de laatste tijd hadden gehad. Alsof dates een garantie zijn. Alsof ze nu recht had op (een stukje van) hem.

Ik dacht aan alle keren dat ik ook graag wilde dat een man mij leuk zou vinden. Dat wilde je (of ik, maar ik vrees veel vrouwen) vaak bij mannen die jou dus niet echt leuk vonden, of niet durfden toe te geven dat ze het vonden, want die waren soms interessanter dan mannen die het wel toegaven. Of je wilde het bij mannen die jou best leuk vonden maar naast jou nog allerlei andere vrouwen minstens even leuk vonden.

Ik bewonderde deze vrouw om haar lef om zo hard te schreeuwen dat ze leuk was. Ze deed het theatraal, alsof ze zich niet schaamde. Ze liet zien hoeveel zelfvertrouwen ze had. Hartstochtelijk. Ze liet zien dat ze dit gewoon durfde te zeggen.

Tegelijkertijd maakte haar dat wel wat minder leuk, natuurlijk.

De jongeman tegen wie ze het had, was afgelopen weekend nog met mijn vriendin Y mee naar huis gegaan. Hij had Y vandaag ook verschillende berichtjes gestuurd en hij had Y zelfs uitgenodigd op dit feest, daarom was ik er ook. Als chaperonne van Y. Ik luisterde naar de bizarre ruzie en vroeg me af op ik Y op de hoogte zou stellen.
Wat had het voor zin.
Zou ze het willen weten, dat haar date ook de date van iemand anders was?

Toen ik klaar was op het rokersbalkon en Y weer opzocht, hoefde ik niet meer te twijfelen over wat ik zou vertellen of niet. Ze stelde me voor aan Pedro. Pedro kwam uit Portugal en had net een tekening voor haar gemaakt op een bierviltje.

Ik had eens een idee voor een kunstwerk. Dat alle mensen op een feest (maakt niet uit welk feest, ieder willekeurig feest, discotheekavond, bruiloft, werkborrel…) die ooit seks met elkaar hebben gehad, verbonden zouden zijn met een gekleurd draadje. Op sommige feesten zullen zo’n beetje alle mensen met elkaar verbonden zijn. Met talloze gekleurde draadjes, als spinnenwebben door elkaar. Het zou heel kleurrijk worden.

Verschenen op HP/De Tijd, 5 mei 2013