Vrij Nederland: ‘Hier komt de gechipte mens’

Van mens tot cyborg

Het regent hard buiten als in de toren van de Amsterdamse Waag een flinke groep mensen bij elkaar komt voor de presentatie van Hack the Brain. Het driedaagse evenement is een soort marathon voor biohackers (mensen die knutselen met genetisch materiaal) en softwarehackers, georganiseerd door Waag Society, waarbij het de bedoeling is hersengolven te hacken of bewerken.

Er zijn veel jongemannen, sommige dragen het haar in een staart, andere hebben baarden die te lang of te vlassig zijn om hip te noemen. Er zijn ook een paar vrouwen, onder wie een Italiaanse studente, het hoofd aan één kant kaalgeschoren. Sommigen van de aanwezigen dragen een band om hun hoofd met een EEG-scanner, die met plakkertjes, draadjes en sensortjes aan hun schedel is bevestigd.
Alle deelnemende teams krijgen deze middag vijf minuten de tijd om het hackidee te presenteren waaraan ze drie dagen hebben gewerkt. Er is een muziekinstrument gemaakt dat bespeeld kan worden met hersengolven – dus zonder het aan te raken. De Personal Mindstate Trainer regelt je humeur. De bedoeling ervan is dat het gemakkelijker wordt een prettige stemming of concentratie vast te houden. Ook de liefde kan worden gelezen in EEG-scans, stelt een andere Hack the Brain-presentatie. Met BrainTinder verraden je hersengolven– weer via zo’n EEG-scan – of je iemand mooi vindt of niet. Een wezenlijker thema dat terugkomt bij verschillende teams, tevens een vraag die biohackers wereldwijd bezighoudt, is de vraag hoe je iemand kunt aanraken op afstand. Of dat kan via hersengolven. Is het mogelijk, ooit, iemand te knuffelen of ‘een hand te schudden’ door de computer? Kan virtueel zo echt worden dat je iemands aanwezigheid daadwerkelijk ‘voelt’?
De Global Handshake is een poging hiertoe. Het is een apparaat bestaande uit twee grote, met lucht gevulde bollen, waarin beide personen achter hun computer hun hand moeten steken. Samen met Skype, een EEG-scanner op het hoofd en veel wilskracht is dit een aanzet tot zo’n virtuele aanraking.
Het winnende team heeft zich beziggehouden met lucide dromen en heeft een apparaatje bedacht waarmee iemand zich niet alleen bewust kan worden van zijn droom, maar er zelfs invloed op kan uitoefenen. Als je in je droom iets kunt oefenen, win je veel ‘levenstijd’, betogen de ontwerpers. Een mogelijkheid, in een verder ontwikkeld stadium van dit apparaatje, zou kunnen zijn dat je een instrument leert bespelen of jezelf een nieuwe taal aanleert in van buitenaf gestuurde dromen. Terwijl je slaapt dus.
Tijdens de presentaties wordt direct gediscussieerd over de vraag in hoeverre de ontwerpen vermarktbaar zijn. Want hoe fictief sommige ideeën ook mogen lijken, Hack the Brain haakt in op een trend die al op diverse plaatsen in de samenleving zichtbaar is. Zo wordt er in de reclamewereld al langer gebruik gemaakt van ‘neuromarketing’ (zie VN 40, vn.nl). Via scans wordt, op basis van hersengolven, bij een vrijwillige doelgroep onderzocht welke soort advertenties ‘werken’ en welke minder goed. In de geneeskunde worden al diverse vormen toegepast van wat je ‘cyborgificering’ zou kunnen noemen – van het laseren van ogen tot de ontwikkeling van ‘slimme insuline’ voor diabetespatiënten. In oktober 2016 gaat in Zürich de Cybathlon-competitie van start. Een competitie met door robots geassisteerde atleten. Een van de voorwaarden om deel te nemen is dat je een complete dwarslaesie hebt vanaf je nek. Via hersenscans en elektrische stimulatiesystemen kunnen de verlamde atleten de wens om te bewegen omzetten in werkelijke beweging. De techniek daarvoor – die dus ook al bestaat – is interessant voor mensen met verlammingen of het locked-in syndroom.

Irritante sleutelbos

Er zijn ook al mensen die microchips in hun lichaam laten plaatsen. De Amerikaanse Amal Graafstra bijvoorbeeld – hij heeft familie in Utrecht, antwoordt hij op de vraag waar zijn Nederlandse naam vandaan komt. Graafstra vermoedt dat er op dit moment zo’n vijfduizend mensen op de wereld zijn met microchips in hun lichaam. Vooral in de Verenigde Staten, maar ook in Europa wonen ze. Graafstra is zelf een grinder. Grinden is een onderdeel van biohacken, maar grinders hacken geen plantjes of DNA, maar zichzelf. Ze knutselen met computertechniek in hun eigen lichaam. Het uitgangspunt is: waarom zou je een wearable (zoals Google Glass) maken of kopen als je dezelfde techniek waarschijnlijk binnenkort ín je lichaam kunt zetten, als een zesde zintuig?
Graafstra heeft zelf verschillende chips in zijn lichaam waarmee hij bijvoorbeeld zijn lampen aan kan doen en zijn auto kan starten. In 2006 kwam zijn boek RFID Toys uit, over hoe je zelf chips kunt inbrengen in je lichaam, en begon hij met het bedrijf Dangerous Things, een groothandel die onder andere microchipsimplantaten wereldwijd verkoopt. Er zijn simpelweg twee soorten, leren we van hem: RFID-chips (radio frequency identification) en NFC-chips (near field communication).
Niet iedereen is onverdeeld positief over het plaatsen van microchips in mensen. In de Verenigde Staten zijn al ziekenhuizen die werken met een systeem waarbij microchips in patiënten kunnen worden geïmplanteerd zodat iedere arts gemakkelijk kan scannen wat de medische geschiedenis is van de betreffende persoon. Dit kan handig zijn bij bijvoorbeeld Alzheimer-, aids- of diabetespatiënten omdat zij ‘out’ kunnen gaan. Er is veel kritiek op. Er zouden testen zijn gedaan met muizen waaruit bleek dat die een iets verhoogde kans op kanker hadden rondom hun microchip. Bovendien is de vraag hoe veilig een chip eigenlijk is, of de informatie daarvan niet ook te hacken valt. Er bestaat zelfs al een We The People Will Not Be Chipped Movement.
Voor Graafstra begon het bijna tien jaar geleden, toen hij in een magazijn werkte waarvoor hij een grote bos sleutels moest meedragen. De sleutelbos vond hij irritant en zwaar. Het leek hem handiger als de deuren zouden weten wie hij was en open zouden gaan zodra hij naderde. Hierop ontwikkelde hij zijn eigen, eerste microchipimplantaat toen er nog weinig mensen mee bezig waren. Het dingetje was niet anders dan zo’n chip die honden en katten krijgen met hun adres, zegt hij erover. Graafstra vroeg zijn huisarts de chip in zijn hand te zetten. Later heeft hij ook zelf chips in zijn lichaam gezet, en zijn bedrijf biedt daar nu zelfs doe-het-zelf-pakketten voor aan. ‘De nieuwste vorm van menselijke evolutie,’ noemt hij het.

Een psycho cyborg

Graafstra was niet de eerste. In 2002 kreeg de Amerikaanse professor Kevin Warwick op zijn eigen verzoek, via een chirurgische ingreep, een chip geïmplanteerd in zijn linkerarm waarmee de lichten van zijn kamer op de universiteit automatisch aangingen als hij binnenliep. Het project werd bekend onder de naam ‘Project Cyborg’. Ondanks het feit dat de chip niet veel meer kon dan de lampen regelen, werd Warwick destijds in de media de eerste cyborg ter wereld genoemd – op dit moment wordt dat apparaatje van Warwick tentoongesteld in het Science Museum in Londen.
Vorig jaar kwam de eveneens Amerikaanse DIY-cyborg Tim Cannon in het nieuws omdat hij zelf met een mes, een naald en een draad een apparaatje met chip implanteerde in zijn eigen arm, die hij slordig dichtnaaide, het is te zien op internet. Volgens Amal Graafstra hebben veel mensen inderdaad thuis in de keuken of de achterkamer chips in hun lichaam gezet, net zoals piercers ooit begonnen in kelders, maar gebeurt het nu steeds meer in schone studio’s en volgens veiligheidsvoorschriften. Nu de stroming groter wordt, zijn er ook steeds meer plaatsen waar je het kunt laten doen. Graafstra beveelt klanten aan de chip door een professional te laten zetten.
De voorloper van de computerchip in het lichaam was een klein magneetje in de vingertop. Daarmee krijgt de drager magnetische kracht en kan hij magnetische velden waarnemen. Een medewerkster van bodymodificationstudio Dare2Wear in Amsterdam zegt dat magneetjes in je vinger alweer een beetje ‘uit’ zijn. ‘Laatst kwam hier een Italiaanse jongen die vroeg of ik iemand wist die het magneetje weer uit zijn vinger kon halen. Waarom? Hij vond het niet handig. Hij werkt in een fabriek, zijn vinger blijft overal aan plakken.’ En ze vervolgt: ‘Ik ken wel iemand die dingen in je lichaam kan zetten,’ en schrijft een naam op een kaartje. ‘Samppa von Cyborg’.
Via zijn website voncyb.org kun je lezen dat Samppa von Cyborg zichzelf ‘psycho cyborg’ noemt en de mensheid wil bevrijden. Hij blijkt een van ’s werelds beroemdste bodymodificators te zijn, geboren in Finland, zijn studio zit in Londen. Hij heeft zelf ijzeren stekels uit zijn (kale) hoofdhuid steken, uit zijn neus en uit zijn oren. Zijn kin – en de rest van zijn lichaam – zit vol tatoeages. Het grootste deel van het jaar toert hij over de wereld om mensen te voorzien van implantaten. Hij was een van de eersten met magneten in zijn lichaam en is gespecialiseerd in het inzetten van gekke implantaten en futuristische projecten op dit gebied.
Hij blijkt ook heel vriendelijk, als we hem spreken thuis in Londen. Von Cyborg heeft zelf vijf near field communication-chips in zijn lichaam en vertelt er graag over. ‘Daarmee kan ik de deur openen en mijn auto starten,’ zegt hij. Hij plaatst ook chips bij andere mensen. ‘Het is nog niet gebruikelijk, maar de vraag neemt wel toe, ja. Eerst zag ik vooral interesse ervoor bij internet-geeks, nu zijn er steeds meer andere mensen die het willen.’ Hij heeft zelf ook een NFC-chip die kan communiceren met zijn telefoon. Het gevaar dat je lichaam de chip afstoot is niet groot, legt hij uit. De chip zit in glas. Hij moet wel in de juiste laag van de huid worden geplaatst.
Maar de microchips zijn niet het interessantste, vindt hij. Al ruim tien jaar langt werkt Samppa von Cyborg met een team van internetontwerpers en bodymodificators aan nieuwe implantaten. Op dit moment zijn ze bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van trillende genitale implantaten, die Von Cyborg als eerste bij zichzelf zal inbrengen. Hij zegt: ‘Ik heb nog niet het definitieve implantaat, we hebben alleen nog een prototype. Deze is nog iets te groot, en we moeten hem nog testen. Hij mag niet te warm worden, bijvoorbeeld. En er moet een heel betrouwbare batterij in. De batterij, en vooral het draadloos opladen daarvan, is tot nu toe het grootste probleem waar we tegenaan lopen bij het ontwikkelen van nieuwe soorten technologische implantaten.’ Toch gelooft hij dat het nog hooguit twee tot drie jaar zal duren voordat zo’n batterij er is en hij het product kan gebruiken en verkopen. De genitale implantaten kunnen bijvoorbeeld door je computer bestuurd worden, via Bluetooth.
Ook werkt zijn team aan een LCD-scherm dat onder de huid aangebracht kan worden, en onderhuidse LED-lampjes die knipperen op de maat van je hartslag. En ze werken aan een onder de huid gedragen harddisk. Von Cyborg: ‘Met die laatste kun je je meest waardevolle files in je lichaam bij je dragen.’
Voor Amal Graafstra zou een implantaat eerder een medische functie hebben: het liefst zou hij een meetinstrument in zijn lichaam willen dat medische gegevens over hemzelf in realtime naar zijn telefoon stuurt, zodat hij kan zien hoe het met hem gaat.

In een inrichting

Er is een interessant verhaal over een Parkinsonpatiënt in Maastricht, vertelt Pieter van Boheemen, biohacker en betrokken bij Hack the Brain in de Waag. ‘Door middel van een ontwikkelde deep brain stimulation kon de patiënt zijn trillende ledematen in bedwang houden. Maar hierdoor onderging hij tegelijkertijd een enorme persoonlijkheidsverandering. Hij ging weer auto’s kopen omdat hij weer kon autorijden en niet meer trilde. Hij kreeg schulden, ging vrouwen lastigvallen en werd uiteindelijk zelfs opgenomen in een psychiatrische instelling. De behandelaars vroegen zich af of ze de deep brain stimulator niet beter uit konden zetten. Ze moesten het tenminste aan hem voorleggen: of hij liever Parkinson had of in een psychiatrische inrichting zat. Daarbij kwam een tweede dilemma op: moesten ze deze vraag aan de patiënt voorleggen met of zonder deep brain stimulation? Ze besloten het hem voor te leggen als het apparaat uitstond en de man dus trilde. Hij zei op dat moment een leven in een psychiatrische inrichting te verkiezen boven een leven in een ziekenhuis als Parkinsonpatiënt.’
Het meest opmerkelijke van dit verhaal, meent Van Boheemen, is dat zijn persoonlijkheid letterlijk te regelen was met een schakelaar. ‘Nieuwe ontwikkelingen op dit gebied zullen wel een impact hebben op concepten als identiteit.’

Pinnen met je pols

Stel dat je nu graag een magneet in je vinger wilt, of een chip waarmee je kunt pinnen zonder pasje, dan kun je langsgaan bij Tom van Oudenaarden en zijn Magic Piercing Studio in Utrecht. Hij bestelt zijn microchips bij Amal Graafstra’s bedrijf Dangerous Things en hij is de enige in Nederland die microchips verkoopt en plaatst. ‘Ik heb tot nu toe acht Nederlanders gechipt en twee Belgen, en mezelf,’ vertelt hij. ‘Maar het aantal chips in Nederland is vast groter, gezien het feit dat Amal ook chips verkoopt met zo’n doe-het-zelf-apparaatje. In principe is het simpel – je drukt de naald in de huid, drukt op het knopje en klaar, chip zit er in – maar toch adviseren we het niet zelf te doen.’
Van Oudenaarden ontkent dat het chippen thuishoort in bodymodificationkringen. ‘Normale klanten van mijn studio, die voor piercings komen, weten niet eens wat een NFC-chip is. Mensen die hierin geïnteresseerd zijn, zijn over het algemeen computerjongens.’ Van Oudenaarden weet zeker dat er meer vraag naar gaat komen. ‘Er is net een nieuwe NFC-chip ontwikkeld waarmee je meer kunt. Nieuwe Samsung-telefoons hebben eenzelfde soort NFC-chip. En Vodafone heeft nu een systeem waarmee je dus met je telefoon kunt betalen. Als je diezelfde techniek in je pols stopt, kun je alleen door je arm langs een apparaat te halen “pinnen”. Ik weet zeker dat dit de toekomst wordt, en dat de interesse ervoor dus gaat toenemen. Dit systeem is veel handiger dan stuntelen met pinpasjes of chipkaarten, die je kwijt kunt raken of die gestolen kunnen worden.’
Het hoeft niet per se in je arm, het kan ook aan een sleutelhanger, voegt hij toe, maar die kun je weer verliezen. Van Oudenaarden ziet een microchip dan ook niet als een ‘identiteitsverandering’, maar eerder als een gebruiksmiddel. ‘Ik denk dat dit over vijftien jaar de standaard is. Als het goed ingebracht is en de huid goed genezen is, zijn er geen risico’s. Overheden onderzoeken ook al wat ze met chips in het lichaam kunnen doen. En ja, over de gehele wereld, ook in Nederland, zijn anti-bewegingen. Maar ik denk: als je niets te verbergen hebt, wil je wel gechipt worden, als het handig blijkt. We hebben toch ook allemaal een smartphone? Daarmee ben je nog veel gemakkelijker te traceren dan met een chip.’
Begin dit jaar publiceerde de website van de BBC een artikel met de titel ‘Why I want a microchip implant’ waarin de voordelen – bijvoorbeeld voor overheden – genoemd worden: mensen zijn makkelijker te identificeren, het kan helpen bij het opsporen en weer thuisbrengen van vermiste kinderen, het kan een oplossing zijn voor identiteitsfraude en diefstal.
Maar je hoeft niet bang te zijn dat je overal te traceren bent, stelt Graafstra. ‘Die chip heet niet voor niets near field, hij kan informatie uitzenden tot ongeveer tien centimeter om je heen. Dus ja, als je op tien centimeter van me af staat, kun je mij inderdaad traceren door mijn chip.’
Voor wie magneetjes of chips nog niet bijzonder genoeg vindt, zijn er nog meer opties. In het verlengde van de Amerikaanse experimenten heeft de Britse kunstenaar Stelarc een oor aan zijn eigen arm genaaid. Het ‘oor’ bestaat uit weefsel en bloedvaten van de kunstenaar zelf, die over een ingeplante oorvorm groeien. Vorig jaar was Stelarc ermee te gast op de STRP Biënnale in Eindhoven. Zijn vervolgplan is een microfoontje in het oor op zijn arm te plaatsen, zodat iedereen via internet kan meeluisteren met zijn arm.

Verschenen in Vrij Nederland, 5 november 2014